Petje af
 

Petje af

Petje af

€30

About this course

Over:

Petje af biedt kinderen (10-14 jaar) wekelijks een lokaal georganiseerd, praktijkgericht programma aan waardoor zij in aanraking komen met inspirerende rolmodellen en diverse werkvelden. Dankzij dit programma, waarin ook het gezin wordt betrokken, ontdekken kinderen hun talenten, vergroten zij hun wereld, ontwikkelen zij (nieuwe) (burgerschap)vaardigheden, een positief zelfbeeld en een beter perspectief voor de toekomst.

Doelgroep:

Groep 6 t/m 8.

Burgerschap leerdoelen:

Vrijheid en gelijkheid

Bovenbouw leerlingen leren:

  • over de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit van de democratische rechtsstaat;
  • waarom zij vrijheid hebben in het maken van keuzes, rekening houdend met de keuzes van medeleerlingen en de geldende afspraken in de klas en omgeving;
  • hoe de basiswaarden tot uiting komen of kunnen komen in de eigen klas- en schoolcontext en in de omgeving.
Macht en inspraak

Bovenbouw leerlingen leren:

  • over de werking van ons politieke bestel;
  • over rollen van en verhoudingen tussen mensen op school, in de buurt en in het land;
  • manieren waarop ze besluitvormingsprocessen op vreedzame wijze kunnen beïnvloeden en hoe ze daar verantwoordelijkheid voor kunnen nemen;
  • over manieren om op school of in de eigen omgeving macht te organiseren en uit te oefenen.
Democratische cultuur

Bovenbouw leerlingen leren:

  • hun mening te verwoorden en daar eenvoudige argumenten voor te geven;
  • in de context van de klas te proberen anderen van hun mening te overtuigen;
  • de mening van anderen in eigen woorden samen te vatten; 
  • hun eigen mening bij te stellen op basis van nieuwe inzichten.
  • hun stem te gebruiken tijdens besluitvormingsprocessen in de klas- en schoolcontact en daarbij ruimte te maken voor de mening van alle leerlingen;
  • er rekening mee te houden dat hun mening of uitlatingen emoties teweeg kunnen brengen bij anderen;
  • conflicten in de directe omgeving op een vreedzame manier op te lossen, maar ook accepteren dat conflicten kunnen blijven bestaan.
Identiteit

Bovenbouw leerlingen leren:

  • de eigen grenzen te herkennen, te benoemen en actief bewaken (emotioneel, fysiek en seksueel);
  • te duiden wat ze denken, doen, willen en willen worden, en daar gepast naar handelen;
  • hun primaire en secundaire emoties te herkennen, te benoemen en hier bewust mee omgaan;
  • te benoemen wat ze al goed kunnen en wat ze nog beter onder knie willen krijgen, ook in het licht van het onderwijs dat ze na de basisschool willen volgen;
  • enkele verschillende aspecten waardoor hun identiteit mede gevormd is bewust waar te nemen: gender, gezin, sociaaleconomische achtergrond, levensbeschouwing, religie en cultuur.
  • te reflecteren op de mate waarin hun identiteit mede gevormd is en beïnvloed wordt door leeftijdgenoten, groepsidentiteiten, (social) media, maar ook door persoonlijke mogelijkheden en beperkingen;
Diversiteit

Bovenbouw leerlingen leren:

  • de grenzen (emotioneel, fysiek en seksueel) van anderen herkennen en daar rekening mee te houden;
  • de secundaire emoties van de ander te herkennen en te benoemen en te anticiperen op reacties van anderen op het eigen handelen;
  • uit te wisselen over wat gedeelde en verschillende waarden, overtuigingen, idealen en toekomstverwachtingen zijn;
  • overeenkomsten en verschillen tussen mensen te herkennen, te benoemen, en in aanzet te verklaren;
  • hoe groepsgedrag en (social) media de houdingen en het gedrag van klasgenoten mede kunnen verklaren.
Solidariteit

Bovenbouw leerlingen leren:

  • taken uit te voeren of problemen op te lossen met respect voor de afspraken die onderling gemaakt zijn;
  • doelen te stellen en werkwijzen te bepalen voor werk dat je alleen of samen doet;
  • manieren om voor hun eigen belangen en die van de groep op te komen;
  • voorbeelden van uitsluiting, onrechtvaardigheid, discriminatie en ongelijke behandeling in de eigen omgeving en in het land te herkennen en te benoemen.
  • manieren om kwesties rond solidariteit op school of in de omgeving te onderzoeken, deze aan te kaarten en daar zo mogelijk gevolg aan te geven;
  • na te denken over de rollen die de overheid, middenveld en burgers kunnen spelen bij het bevorderen van solidariteit en rechtvaardigheid.
Digitaal samenleven

Bovenbouw leerlingen leren:

  • dat bij digitaal communiceren ook omgangsregels gelden en kunnen deze toepassen;
  • over verschillende vormen van media(boodschappen), de toegang daartoe en hun invloed op hun eigen leefstijl en die van anderen;
  • zorg te dragen voor eigen digitale veiligheid en die van anderen.
Duurzaamheid

Bovenbouw leerlingen leren:

  • de betekenis van de begrippen People, Planet, Prosperity (PPP) aan de hand van voorbeelden te herkennen en te beschrijven;
  • welke spanningen er zijn tussen de waarden en belangen die aan People, Plant, Prosperity verbonden zijn, en de invloed van die spanningen op de leefomgeving, dichtbij en veraf, nu en later;
  • na te denken over de mate waarin jij samen met anderen keuze hebt in vragen rond duurzaamheid;
  • kritisch na te denken over hun eigen gedrag en keuzes van anderen en het effect daarvan op de leefomgeving, dichtbij en veraf, nu en later;
  • na te denken over mogelijke oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken, eventueel met gebruikmaking van de sustainable development goals (SDG)' of andere duurzaamheidsdoelstellingen.
Globalisering

Bovenbouw leerlingen leren:

  • over verschillende manieren waarop ze verbonden zijn met mensen uit andere delen van de wereld: productie, consumptie, ecologie, cultuur, media en migratie;
  • een mening te vormen over en zo mogelijk te handelen op enkele morele of ethische vraagstukken die met globalisering samenhangen.
Technologisch burgerschap

Bovenbouw leerlingen leren:

  • verschillende toepassingen van technologie in het dagelijkse leven en in de samenleving onderzoeken.
  • over de invloed van technologische ontwikkelingen op hun dagelijkse leven, het eigen gedrag en de mogelijkheden tot vrije keuzes
Denk- en handelwijzen

Bovenbouw leerlingen leren:

  • zich in een aantal verschillende communicatieve situaties zoals kringgesprek, vergadering en dialoog te houden aan regels van gespreksvoering; gericht vragen te stellen, hun mening te verwoorden en te reageren op standpunten en inzichten van anderen;
  • hoe zij in conflictsituaties in de eigen omgeving (mee) kunnen werken aan een oplossing;
  • manieren hoe ze als klas of als groep kunnen overleggen en daarbij te luisteren naar de opvattingen van allen;
  • voor zichzelf en samen doelen te stellen en werkwijzen te bepalen; handelingsopties te onderzoeken, daar keuzes in te maken en daar zo mogelijk gevolg aan te geven;
  • begrijpelijke argumenten te geven voor hun meningen of overtuiging en verbanden te leggen tussen hun eigen overtuigingen en die van anderen;
  • primaire en secundaire emoties bij zichzelf en bij anderen te herkennen, te benoemen; zij leren zich in te leven in een ander en gaan hier bewust mee om;
  • het perspectief van concrete anderen in een gegeven context te herkennen en te beschrijven (hoe zou dat kind daar, in die omstandigheden, zich..); te anticiperen op wat hun gedag of uitlatingen te weeg kunnen brengen bij een ander;
  • over wederkerigheid van belangen; hoe ze de belangen van zichzelf, van concrete anderen en van de groep kunnen behartigen; hoe ze het recht van anderen om binnen geldende normen in hun behoeften te voorzien kunnen respecteren, bevorderen of bevechten.
 

Ervaring:

“Bij Petje af leer ik dat ik veel meer kan dan ik zelf dacht.”

- Meisje, 11 jaar

Belangrijke informatie:

Petje af wordt buiten schooltijd aangeboden (in de Rijke Schooldag of in het weekend)

Aangeboden door:

Organisatie